Verspreiding:

De Abessijnse groene astrilde komt voor in Ethiopië, Zuid-Kenia, Tanzania tot Oost-Mozambique. Ze leven overwegend op grote hoogten en in gebieden die begroeid zijn met laag struikgewas en grassen en kruidachtige gewassen. Hun voedsel bestaat in het wild hoofdzakelijk uit graszaden en kleine insecten.

Grootte:

De Abessijnse groene astrilde behoort samen met het goudbuikje tot de kleinste Afrikaanse prachtvinken. Ze zijn ongeveer 8 cm. groot.

Geslachtsonderscheid:

Het popje is minder intensief van kleur dan het mannetje. Voor het overige verwijs ik naar de foto’s.

Karakter:

De Abessijnse groene astrilde is een dankbaar volièrevogeltje. Het zijn lieve vogeltjes die gemakkelijk met andere kleine Afrikaanse prachtvinken gehouden kunnen worden. Dit dienen dan wel soorten te zijn die niet al te agressief zijn! Opvallend bij de soort is het tweekleurige snaveltje, de bovensnavel is zwart en de ondersnavel rood. 

Omgevingstemperatuur:

Abessijnse groene astrilden kunnen ’s winters niet buiten gehouden worden. Ze houden van warmte. Daarom moeten ze ‘s winters in een verwarmd (binnen)verblijf gehouden worden. Ook is het voor het welzijn van deze vogeltjes van belang dat de volière op een beschutte plaats staat, waar wind en regen weinig invloed hebben.

Voeding:

Als voeding dient een goede zaadmengeling voor tropische vogels en of volièrevogels, een goed samengesteld eivoer/krachtvoer en bij voorkeur kiemzaad verstrekt te worden. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding tegemoet te komen kan het beste een insecten-/universeelvoer toegevoegd worden (bijvoorbeeld 50 eivoer, 50% universeelvoer). Vooral in de periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Extra dierlijke eiwitten kunnen, naast het verstrekken van een goed samengesteld eivoer/universeelvoer, verstrekt worden in de vorm van bijvoorbeeld (geknipte) meelwormen, miereneieren, buffalowormpjes. Wees bij de verstrekking van dierlijke eiwitten wel voorzichtig omdat de vogels bij het verstrekken van teveel dierlijke eiwitten vaak de jongen in de steek laten en al weer met een volgend legsel beginnen. Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken. Voor meer informatie over de voeding klik hier.

Kweek:

De Abessijnse groene astrilde is geen gemakkelijke broedvogel. Zeker in een gezelschapvolière laten ze zich gemakkelijk wegjagen waardoor er van broeden weinig terecht komt. Apart in een vluchtje of broedkooi levert over het algemeen de beste resultaten op. De vogels maken het nest van kokosvezel, sharpie, mos en veertjes. Het nest is bolvormig en bezit veelal slechts een heel kort insluipgangetje. Door het popje worden tussen de 4 en 6 eitjes gelegd die door beide vogels worden bebroed. Na ongeveer 12 dagen komen de jongen uit het ei. Na 7 dagen dienen ze geringd te worden met ringmaat 2,0 mm. Na ongeveer 3 weken vliegen de jongen uit. Hierna worden ze nog 2 weken door de ouders (bij)gevoed alvorens ze zelfstandig zijn.