Recentelijk is de aymaraparkiet samen met de citroenparkiet in het geslacht Psilopsiagron geplaatst. Aymaraparkieten hebben net als citroenparkieten een vrij slank postuur en een acht tot negen centimeter lange staart. De lengte van de staart omvat daarmee bijna de helft van de totale lengte van de vogels. Door hun formaat en hun rustige karakter zijn ze zeer geschikt voor kleinbehuisde vogelliefhebbers. Ze zijn graag in gezelschap van soortgenoten en huisvesting en kweken in kolonieverband behoort dan ook tot de mogelijkheden met deze vogels.

De aymaraparkiet kent geen ondersoorten.

Psilopsiagron aymara -  Aymaraparkiet

Formaat: 20 cm.

Ringmaat: 4 mm.

Geslachtsonderscheid: er bestaat weinig verschil tussen man en pop.

Man en pop: het voorhoofd, de schedel, de teugel alsmede de omgeving rond de ogen en het bovenste gedeelte van de oren zijn donkergrijs.  Kin, hals, wangen en borst zijn bleekgrijs, overgaand op de buik naar lichtgrijs met een lichtblauwe tot lichtviolette aanslag.  De flanken en dijen zijn licht gelig groen. De bevedering van nek, rug en vleugels is groen.  De bovenzijde van de staart is donkergroen, de onderzijde lichtgroen.  De naakte washuid is vleeskleurig tot grauw. De snavel is hoornkleurig. De oogring is grijs en de iris bruin. De poten zijn overwegend vleeskleurig.

In het algemeen zijn de snavel en de poten van de poppen iets donkerder van kleur. Verder hebben mannen vaak een iets grotere snavel. Toch kan hier niet altijd op blindgevaren worden. Zelf selecteer ik de vogels op de borst- en buikkleur. Mij is opgevallen dat de mannen in het zonlicht een duidelijke violette gloed over de grijze bevedering laten zien, iets dat bij poppen in veel mindere mate het geval is. 

Herkomst en leefwijze

De  Aymaraparkiet heeft zijn verspreidingsgebied aan de oostelijke kant van het Andesgebergte, vanaf Centraal-Bolivia tot Noordwest-Argentinië. Ze hebben hun naam te danken aan de Aymara-indianen die in dit gebied wonen.

Aymaraparkieten zijn bergbewoners. Ze worden het meest waargenomen tussen 1800 en 3000 m boven de zeespiegel. Hun leefgebied bestaat uit droge, met struiken begroeide hellingen en karig begroeide valleien. Ze komen vrij algemeen voor in landbouwgebieden en in en rond dorpen. In de winter zoeken ze lager gelegen gebieden op, op zoek naar voedsel.

Als basis kan een goed zaadmengsel voor grasparkieten gegeven worden. Naast dit zaadmengsel verdient het aanbeveling de vogels elke dag een mengsel van kiemzaad en eivoer te verstrekken (1:1). Zolang er geen opgroeiende jongen zijn kan hier twee keer per week, ondanks dat de vogels er ook vrij over moeten kunnen beschikken, scherpe maagkiezel en oesterschelpengrit aan toegevoegd worden (een afgestreken theelepel per twee vogels). Natuur­lijk moeten ze ook kunnen beschikken over sepia(schelp). Ook moet meerdere keren per week fruit en groente (appel, peer, mandarijn, kiwi, blaadje witlof, stukje andijvie e.d.) gegeven worden. Verder dienen de vogels dagelijks vers drinkwater te krijgen.

Huisvesting

Aymaraparkieten zijn zowel in de volière als in broedkooien goed te houden. Een prima huisvesting voor deze soort is een volière met een afmeting van 2 x 0,90 x 2 m en een tocht- en vorstvrij nachtverblijf van bijvoorbeeld 1 x 1 x 2 m. Indien ze in broedkooien gehouden worden dient de minimale afmeting 120 x 50 x 50 cm te zijn. Bij huisvesting in een buitenvolière is het noodzakelijk dat deze over een tocht-, vocht- en vorstvrij nachtverblijf beschikt. De vogels zijn, zo is mijn ervaring, warmtebehoeftig. ‘s Winters kunnen ze het best binnen worden gehouden, waarbij de temperatuur van het binnenverblijf minimaal op 10°C moet worden gesteld.

Kweek

Als nest- en slaapgelegenheid kan een, in tweeën gedeeld, horizontaal broedblok gegeven worden met een afmeting van 40 x 18 x 18 cm (lxbxh). Een dergelijk type is voorzien van ‘een voorkamer’ (18 x 16 x 16 cm) en ‘een broedkamer’ van 16 x 16 x 16 cm. Maar ook in zeer kleine verticale nestblokken van bijvoorbeeld 30 x 13 x 13 cm (lxbxh) broeden ze goed. Het nestblok dient altijd ter beschikking te staan omdat ze hier 's nachts in slapen. 

Als nestmateriaal kunnen in het blok houtkrullen vermengd met boshumus gegeven worden. De meeste vogels hebben de gewoonte om zich te ontlasten in een hoek van het nestblok, ook tijdens het broeden. Dat betekent dat het nestmateriaal (houtkrullen) regelmatig verschoond moet worden. Wordt dit nagelaten dan ontstaat er een zeer indringende ammoniakgeur.

Aymaraparkieten zijn op een leeftijd van een jaar al geslachtsrijp. De pop legt vier tot zes eieren die na 28 dagen uitkomen. De jongen moeten zo rond de tiende dag worden geringd. Tussen de zesde en de zevende week vliegen ze uit. Ze zijn dan praktisch geheel op kleur. Omdat de uitgevlogen jongen 's nachts het broedblok weer opzoeken is het verstandig een tweede blok neer te hangen zodat de oudervogels eventueel met een volgend broedsel kunnen beginnen. Twee weken na het uitvliegen zijn de jongen zelfstandig.

Bijzonderheden

Aymaraparkieten zijn levenslustige, nieuwsgierige vogeltjes die prima in kolonieverband zijn te houden en waarbij koloniekweek mogelijk is. Het voordeel hiervan is dat de vogels zelf hun partner kunnen kiezen. De huidige generatie Aymaraparkieten in Europa is inmiddels behoorlijk geacclimatiseerd en wordt steeds minder gevoelig voor vocht en luchtdrukverschillen. Af en toe kunnen goed harmoniërende stelletjes het eventjes flink met elkaar aan de stok hebben, maar enkele minuten later weer als de meest gelukkige ega´s naast elkaar zitten. Het zijn verder gezellig kwetterende vogeltjes waar de liefhebber veel plezier aan kan beleven.