Blauwgrijs roodstaartje

Verspreiding:

Het blauwgrijs roodstaartje heeft zijn verspreidingsgebied in het noordwesten van Afrika.

Grootte:

Een volwassen blauwgrijs roodstaartje is ongeveer 11 cm groot.

Geslachtsonderscheid:

Tussen het mannetje en het popje is geen uiterlijk waarneembaar verschil. Het enige verschil tussen de geslachten is dat het mannetje tijdens de broedperiode zingt.

Karakter:

Blauwgrijze roodstaartjes zijn erg verdraagzame vogels en kunnen dan ook prima in een gezelschapsvolière worden gehouden.

Omgevingstemperatuur:

Blauwgrijze roodstaartjes kunnen in een volière met een vorst- en tochtvrij nachtverblijf overwinteren.

Voeding:

Als voeding dient een goede zaadmengeling voor tropische vogels en of volièrevogels, een goed samengesteld eivoer/krachtvoer en bij voorkeur kiemzaad verstrekt te worden. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding tegemoet te komen kan het beste een insecten-/universeelvoer toegevoegd worden (bijvoorbeeld 50 eivoer, 50% universeelvoer). Vooral in de periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Extra dierlijke eiwitten kunnen, naast het verstrekken van een goed samengesteld eivoer/universeelvoer, verstrekt worden in de vorm van bijvoorbeeld (geknipte) meelwormen, miereneieren, buffalowormpjes. Ook lusten ze graag groenvoer en kleine hoeveelheden onkruiden.  Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken. Voor meer informatie over de voeding klik hier.

Kweek:

Ze bouwen hun nestjes in hier en daar opgehangen halfopen nestkastjes maar bij voorkeur maken ze een vrijstaand nest in een struik. Als bouwmateriaal gebruiken ze (lange) droge grashalmen, mos, donsveertjes, en uitgeplozen sisaltouw. Het nest is kogelvormig waarbij het invlieggat veelal neerwaarts gericht is. Het popje legt doorgaans tussen de 3 en 5 witte eitjes in het nestje. De eitjes worden door beide vogels bebroed. De opfok van de jongen is alleen succesvol als de vogels kunnen beschikken over levend voer zoals fruitvliegjes, bladluis, spinnetjes, miereneieren en of (geknipte) meelwormen. Daarnaast dienen ze ook de beschikking te hebben over universeelvoer, opfok- en groenvoer en grit. De eitjes komen na 12 tot 14 dagen uit. De jongen worden dan door beide ouders gevoed. De jongen verlaten na ca. 19 dagen het nest en zijn na 3 weken zelfstandig. Als de jongen zelfstandig zijn kunnen ze, indien de broedruimte voldoende groot is, bij de ouders blijven.

Het blauwgrijs roodstaartje kent als nauw verwante soort het blauwgrijs zwartstaartje. Deze soort heeft dezelfde verzorging nodig als het blauwgrijs roodstaartje.